Ulaanbaatar & paardentrektocht

21 juli 2016 - Tsagaannuur, Mongolië

Ulaanbaatar
De volgende ochtend rond 6 uur reden we Ulaanbaatar binnen. Eerst zagen we nog groen landschap verspreid staande gers, na een tijdje stonden er gers op een stuk afgebakend land en toen kwamen de huisjes. Soms van baksteen, golfplaat of hout. Daar tussenin stonden ook nog gers van bewoners die het nomaden bestaan hadden opgegeven maar niet de manier van wonen.
Ulaanbaatar is mega groot, er wonen ongeveer twee miljoen mensen, dat is één derde van de totale bevolking van Mongolië. Het eerste wat ik dacht, waarom ga je met z’n allen op elkaar wonen als je in zo’n groot land leeft?!
Het nomaden bestaan is moeilijk, vooral onder het Mongools klimaat van ijskoude winters en korte maar super droge zomers. Dus van de andere kant, snap ik dat mensen bij elkaar in de stad gaan wonen.
Hoe verder we Ulaanbaatar in reden hoe moderne de gebouwen er uit zagen, grote glanzende flats, overheid gebouwen en dure hotels, daar tussen de eettentjes, en bakstenen huizen volgeplakt met reclame.

Nadat we afscheid hadden genomen van onze reisgenoten zijn we samen met Lasse, de Duitse jongen naar zijn hostel gelopen. Jan had een screenshot gemaakt hoe we naar ons hostel moesten lopen maar ondertussen was de batterij leeg, goede voorbereiding;) Bij het hostel waar Lasse verbleef vertelden ze ons dat we er al voorbij waren gelopen en waarschuwde ze ons voor de buurt. We moesten voorzichtig doen omdat we opvielen als toeristen met die rugzakken en dat er veel zakkenrollers actief waren. Lekkere binnenkomer!
Het viel gelukkig heel erg mee, het Danista hostel lag niet aan de verharde weg maar we hadden een schone slaap en badkamer voor onszelf en daar waren we heel blij mee. Weer lekker een douche kunnen nemen, heerlijk!
Nadat we een beetje geïnstalleerd waren, gingen we het centrum van Ulaanbaatar verkennen, het was ongeveer een half uur lopen, één lange straat uit genaamd peace avenue.
Het centrum doet wel een beetje westers aan, overal winkeltjes, eet tentjes sommige met westerse en leesbare namen en bij de andere is het gewoon afgaan op plaatjes. Er staat zelfs een “ State department Store”.
Het is overweldigend om te zien en horen hoeveel auto’s er rijden, iedereen toetert zich door de straat heen en stoplichten lijken er soms voor de sier te staan…ik vraag me af hoeveel verkeersslachtoffers hier jaarlijks vallen. De eerst dagen vond ik het erg vermoeiend om door deze drukte heen te lopen. Na een paar dagen komen we er achter dat na de val van het communisme, het pas toegestaan was om eigen bezittingen te hebben, dat de infrastructuur van Ulaanbaatar helemaal niet gemaakt is voor al die auto’s! Dus hebben ze geregeld dat de mensen met een even nummerbord op maandag, woensdag en vrijdag mogen rijden. Mensen met een oneven nummerplaat mogen op dinsdag, donderdag en zaterdag en zondag... iedereen. Op zondag kun je dus maar beter weg blijven.
Die eerste dag hebben we wat rond gelopen, een powernap gedaan en in de avond met een groepje van de trein samen gegeten bij een indiaans restaurant.
We hadden op de plattegrond gekeken en het lag aan peace avenue, dat konden we wel lopen. We leerden al snel dat alles dichtbij lijkt in Mongolië en dat het meestal niet zo is. Na een uur lopen en nogmaals navragen hadden we het gevonden, Lasse, de Duitse jongen had het pas na 1,5 uur gevonden. Google maps had hem verkeerd gestuurd, we zijn dus niet de enigen die dat overkomt ;).
De volgende dag zijn we het Gandan monastry gaan bekijken, een boeddhistisch klooster midden in Ulaanbaatar, om de hoek bij ons hostel. Super mooi, ik had eigenlijk geen idee dat het boeddhisme zo’n belangrijke plaats in neemt in het dagelijks leven van de Mongolen en in de geschiedenis van dit land.
Het tweede plan van die dag was om de ambassade van Kazachstan te gaan zoeken. Pfff, wat een onderneming was dat, in de hitte op zoek naar een ambassade waarvan niemand weet of die er is en waar?? Het stond heel duidelijk in onze reisgids beschreven, maar wie we het ook vroegen niemand wist waar het was. Mongolen weten vaak de straat namen niet (na het communisme hebben alle straten nieuwe namen gekregen en sindsdien weet niemand het meer) maar ze verwijzen hier aan de hand van winkels of hotels die er in de straat staan. Zo ging dat bij ons dus ook, iemand van een hotel had ons verwezen naar een ander hotel wat om de hoek zou liggen van de ambassade. Daar aangekomen en weer vijf keer gevraagd hadden we het nog steeds niet gevonden. Mijn humeur was een klein beetje gedaald (ietsje) en toen vonden we een mevrouw die even mee keek in onze reisgids en vertelde dat er iets niet klopte. Ze vroeg het een aantal mensen, belde iemand op en daarna belde ze de ambassade zelf, toen bleek dat de ambassade verhuist was…naar de andere kant van de stad. F#*¥π!! Drie keer zuchten, hop in de taxi gesprongen die deze lieve mevrouw voor ons had aangehouden en toen na drie uur zoeken waren we op weg naar de ambassade.

We hadden informatie nodig om te weten of wij ons plan konden uitvoeren om via Rusland naar Kazachstan te komen. Ze verzekerden ons ervan dat je wel de grens over kon steken, dat was geen probleem. We wilden ook weten of we opnieuw Rusland in mochten, daarvoor moesten we een tweede keer een Russisch visum aanvragen. Daarvoor zouden we dus naar de Russische ambassade moeten… die dag hadden we even genoeg van ambassades en zijn we het hele eind terug naar ons hostel gelopen, weer een nieuw stukje van Ulaanbaatar gezien. Ondertussen hadden we ook op internet gezocht en navraag gedaan bij ons hostel wat de andere manieren waren om in Kazachstan te komen. Jan had die avond nog op internet gevonden dat er een vlucht (met turkisch airlines) direct vanuit Ulaanbaatar naar Bishkek vloog (Kirgizstan) en dat we daar geen visum voor nodig hadden, vanuit daar kunnen we ook makkelijk de grens over steken naar Kazachstan. We besloten om er een nachtje over te slapen. In de ochtend waren de prijzen van de tickets al weer door gestegen dus besloten we om niet af te wachten en onze planning om te gooien en een aantal dagen in Kirgizstan door te brengen. We vliegen de 23ste juli maar Bishkek en op het moment dat ons visum voor Kazachstan in gaat steken we per bus de grens over. Dat is tot nu toe de planning, wie weet veranderd er nog wat.
’S Avonds zijn we met onze trein maatjes uit Oostenrijk wat gaan eten en drinken. Alcohol was weer toegestaan, de eerste dagen van de maand was het verboden ivm verkiezingen en op de eerste dag van de maand mag er ook geen alcohol geschonken worden, dat waren dus drie alcohol vrije dagen. Eindelijk een biertje ;)

De tweede dag in Ulaanbaatar zijn we naar het Nationaal historisch museum van Mongolië gegaan. Dat was echt de moeite waard, heel veel geleerd over de geschiedenis, cultuur het boeddhisme met alle daarbij horende goden. Ik wist niet veel over de geschiedenis van Mongolië met de relatie tot het communisme maar in 1990 is Mongolië afhankelijk verklaard. Op een manier die ik wel kenmerkend vindt nu ik dit volk een beetje ken, geheel vreedzaam zonder geweld.
Sindsdien is Mongolië dus een democratie.(Eén die nog wel veel corruptie kent. Bekende mensen kunnen zich verkiesbaar stellen, zoals worstelaars of zangers. Veel arme mensen krijgen geld aangeboden voor hun stembiljet en kiezen voor het geld. Hierdoor zijn de verkiezingen amper eerlijk te noemen.)
Na dit bezoek aan het museum begrepen we ineens ook waarom de nieuwbouw in Ulaanbaatar zo lijkt te ontploffen, overal, in het centrum tot aan de rand van de stad zie je dat er nieuwe gebouwen neer gezet worden. Dit hele land is nog volop in ontwikkeling, als we hier over een aantal jaar terug komen, herkennen we de hoofdstad niet meer terug.

In de avond zijn we met reisgenoten van de Siberië expres wat gaan drinken, zij waren die dag in Ulaanbaatar aangekomen.
Super leuk om zo iedereen nog even te zien voordat we weer onze eigen routes gaan volgen. De meesten gaan richting Peking om vanuit daar verder te gaan of terug naar huis. Ik wordt helemaal enthousiast van alle plannen van die verschillende routes, meer reis inspiratie, de wereld is eigenlijk helemaal niet zo groot, als je wilt kun je overal naar toe;)

Bij het hostel waar wij verbleven, net zoals bij alle andere hotels, is er een groot aanbod van verschillende trips die we kunnen doen. Van 2 dagen tot 21 dagen. Het lijkt ons wel leuk om een tour te gaan doen en we besluiten om ons aan te melden voor een vierdaagse paardentrektocht. Er hing een briefje bij de ingang of er nog meer mensen mee wilden met deze tour zodat de kosten gedeeld konden worden.
We hebben nog één dag in Ulaanbaatar en de volgende dag zouden we vertrekken, snel nog even de kleren laten wassen bij het hostel.
Die laatste dag voor de trip besluiten we om nog naar het ‘museum of arts' te gaan, we hadden gelezen dat het ook de moeite waard was. Super mooie oude schilderijen, boeddha’s, traditionele kledij en sieraden gezien. Nu is mijn informatie compleet en snap ik wat ik zie als we een klooster bezoeken of als ik iemand in kledij op straat zie lopen.
In de avond voor het vertrek besluiten we om een samen een pizza te delen, eerder hadden we al een keer wat gegeten bij een Mongools tentje en het is niet echt onze smaak, we weten dus wat ons te wachten staat de komende dagen…
Noedelsoep, gefrituurde dumplings genaamd kushuur, gevuld met alles wat er maar aan het geit of schaap zit of gekookte dumplings met hetzelfde gevuld als de kushuur. De Mongoolse keuken is niet erg uitgebreid en alles wat ik tot nu toe geproefd heb smaakt hetzelfde. Ze gebruiken nauwelijks kruiden. Het eten is rijk aan vet van het vlees om de barre winters door te komen. Alles wat er aan het dier zit wordt gegeten, alleen de poten niet.
In de zomer (vooral de nomaden) eten ze veel zuivel, van geit, yak, koe en paard en het vlees van geiten of schapen. In de winter is het te koud om melk te bewaren om yoghurt van de maken, het bevriest. In het najaar slachten ze een paar grote dieren, yak, paard of koe en in de noordelijke gebieden zelfs rendier, ze drogen het vlees en daar leven ze de rest van de winter op. De groenten die ik heb gezien zijn, wortel, ui, kool, aardappelen, tomaat en komkommer… niet zo veelzijdig dus. Fruit is er in de hoofdstad wel genoeg maar schijnbaar is dat daarbuiten ook beperkt, we gaan het vanzelf zien.

Paardentrektocht
In de ochtend maakten we kennis met de anderen die mee gingen, een stelletje dat uit Engeland kwam en al reizend onderweg was naar Australië om daar te gaan wonen. Er zou nog een meisje mee gaan maar die was de avond ervoor aangekomen en ziek geworden, dus onze groep bestond uit vier mensen en een gids. Onze gids was een Mongools meisje van 21 ze studeerde en ging twee keer per jaar mee als gids, dit was haar eerste keer dat ze het zelf organiseerde.
We zouden eerst een aantal kloosters bezoeken, boodschappen doen, het metershoge standbeeld van Ghengis Khan bezoeken, voordat we naar het Terelj National park zouden rijden. Nyamtaivan, onze gids, afgekort NT, kon veel vertellen over de geschiedenis van Mongolië, het was wel fijn dat we het museum al bezocht hadden, dat maakte het wel makkelijker om te weten wat we zagen en te koppelen aan haar verhaal. Nyamtaivan kon wel goed Engels, de meeste Mongolen spreken nauwelijks tot geen Engels.
Nadat we boodschappen hadden gedaan, begon de worsteling om uit Ulaanbaatar te komen. Niet normaal hoe groot deze stad is en dat er de hele dag door file is in de grote straten! We hebben er denk ik 1,5uur over gedaan. Ik was nog niet buiten de stad geweest maar eenmaal daar begreep ik niet hoe we het die dagen hadden volgehouden, het was er stukken rustiger en ook veel minder bewolkt. Toen realiseerde ik me pas hoe smerig de lucht in de stad was!
Na een heerlijke lunch (Yes, we hadden ook gewoon brood ingeslagen) zijn we gaan rijden naar alle bezienswaardigheden, op en top toerist natuurlijk overal foto’s gemaakt ;)
Tegen het einde van de middag begon ik me toch wel af te vragen wanneer we nu op het paard mochten, ik had er zin in!
We reden Terelj National park in en we konden duidelijk zien dat het de afgelopen dagen veel geregend had daar, overal “stroompjes” die veranderd waren in kleine rivieren. Zonder met zijn ogen te knipperen stapt die chauffeur uit, zet ergens buiten de auto zijn 4x4 aan, en rijd hoppa zo die rivier in. Wij achter in het busje zaten allemaal met kromme tenen te hopen dat we de overkant haalden maar hier is het blijkbaar de gewoonste zaak, want iedereen om ons heen deed hetzelfde. Jan ziet overal Toyota merken en besluit dat hij ook een Japanner wil aangezien die dingen het nog steeds doen ongeacht wat voor wegen hier ook liggen, asfalt, steen, modder of water.
Na een hele dag hobbelen in de auto bereiken we onze slaapplaats, bij een nomaden familie, de eerste keer slapen in een Ger! We kregen er eentje aangewezen waar vier bedden instonden, zodra ik er op ging zitten kwam het woordje “plank” meer in de buurt. Op het terrein van deze mensen stonden vier Gers (in het Mongools zeggen ze girr) een houten hutje en een wc hokje. Wc’s in Ulaanbaatar kun je wel doortrekken maar er mag geen toiletpapier in, wc buiten de stad betekend een gat in de grond met twee planken er over waar je op kunt staan en aan papier moet je zelf denken. Ik moest even wennen, vooral aan de stank en de hoeveelheid vliegen. Niet door je neus ademen en dan proberen om de vliegen niet in je mond te laten vliegen terwijl je boven zo’n gat hangt is best een uitdaging!
Zodra we onze spullen in de ger hadden gelegd werden we uitgenodigd om bij de familie in de ger te komen. Nyamtaivan vertaalde voor ons dat er een kommetje thee aangeboden werd, er zat veel melk bij de thee, ik nam een slok en deed mijn best om mijn gezicht in neutrale stand te houden. Jakkie! naast de melk koken ze zout mee met het theewater, ORS is overbodig hier, ik had mijn portie binnen, nu moest ik nog het hele kommetje opdrinken uit beleefdheid. Naast de thee kregen we een soort zandkoekje met verse room, een beetje argwanend namen we dit aan maar dit was best oké.
Na de thee ceremonie werd verteld dat het al te laat was om nog een stuk te gaan rijden met de paarden omdat de familie naar hun vee toe moest om het bij elkaar te drijven voor de nacht. We hebben toen Nyamtaivan geholpen met het avond eten, er stond spaghetti op het menu met een pot koude saus en als toetje de appels en kiwi’s die wij zelf hadden mee genomen. We moesten elkaar nog een beetje leren kennen, alles wat we aanboden om te helpen sloeg ze beleeft af…maar na drie dagen was het vanzelfsprekend dat wij het kamp mee hielpen opzetten of hout gingen sprokkelen voor een kampvuur.
De eerste nacht in een Ger prima geslapen, het is wel een beetje wennen aan de dierlijke geur die er in hangt, het dak en muren zijn gemaakt van yakwol met daarover een plastic zeil er over als bescherming tegen de regen.
Na het ontbijt stonden we al klaar om te gaan, de twee oudste zonen gingen mee voor de paarden, onze veiligheid en om de koe met kar vol spullen te begeleiden.
Onze spullen gingen op de platte kar met twee wielen, deze werd vast gemaakt aan een koe met als besturing een ring door de neus met een stuk touw er aan en een zweep. De jongste broer van 16 klom op de kar en zo werden onze kampeer spullen mee genomen.
Er werden fietshelmen uitgedeeld, deze moesten we eerst nog maar eens op zien te krijgen, sommige waren kinderhelmen. Ik zat opgescheept met een knalroze met bloemetjes máár als ik zou vallen was ik beschermd ;).
Jan was degene met de minste ervaring, lees helemaal geen, hij wilde graag het rustigste paard. Ik heb een foto gemaakt van hem, net voordat hij op mocht stijgen, die ene foto zegt genoeg haha. Hij stond zich duidelijk af te vragen waarom hij had toegezegd om dit te gaan doen. We kregen gelukkig niet de officiële Mongoolse zadels, helemaal van hout, maar met een soort leren kussen er op. Ik vond het heerlijk om op deze manier te reizen door de natuur. De eerste dag hebben we ongeveer 20 km gereden, af en toe een poging gedaan om te draven maar dat was nog iets te veel, naast Jan was er nog een jongen bij die zeer weinig ervaring had met het rijden op een paard. De oudste broer en Nyamtaivan, onze gids, waren geboren paardrijders, kinderen in Mongolië leren paardrijden vanaf dat ze twee jaar oud zijn. We kwamen tijdens onze tocht af en toe een Ger tegen, veel wilde paarden, adelaars in de lucht boven ons, koeien, yaks, geiten en schapen, allemaal met heel veel kroost. Super leuk om al die schattige kleine veulens, lammetjes en “mini” yaks te zien. Die laatste zien er wollig en klein uit naast hun ouders maar als ze op je tenen gaan staan, heb je er een paar gebroken.
Dankzij Nyamtaivan konden we ook gesprekken voeren met de twee broers, het was moeilijk om de leeftijd te schatten van de oudste, de mensen die het nomaden bestaan leven, hebben zo’n verweerd gezicht en soms ook niet al hun tanden.
Ergens halverwege hielden we een pauze bij een familie, tijdens mijn bezoek aan het “toilet” zat ik midden tussen een groep paarden en kreeg ik een show van een hengst die een merrie aan het versieren was, geweldig mooi, zo maar ergens in Mongolië.
In de Ger kregen we thee aangeboden, deze keer waren we voorbereid op hoe het zou smaken en een stukje kaas. Jammie, kaas! Jan had het al geproefd en zat naar mij te kijken toen ik het at…dit was nog erger dan de thee, brgll. Het lijkt op een stuk zeep, je breekt er tanden op, zo hard en het smaakt heel erg zuur. Niet lekker! maar als de hele familie zit toe te kijken, tja, dan maar vriendelijk lachen en net doen alsof het heel lekker is, ondertussen mezelf vervloekend waarom ik zo’n grote brok had uitgekozen.
Na deze stop, stapte ik al enigszins stijf het zadel weer op, vervelender waren de vliegen. In deze regio is het blijkbaar normaal at er zoveel zitten en in de buurt van paarden is het altijd erger. Niet normaal! Ik heb nog nooit zoveel vliegen bij elkaar gezien én gevoeld. De paarden en wij, werden er helemaal gek van! Iedereen heeft één voor één moment gehad waarop we er helemaal klaar mee waren…dat het even niet meer lukte om die beesten te negeren. Onze gids, Nyamtaivan zei dat het een boeddhistische test was om ons geduld uit te proberen. Positief bekijken dus, we hebben allemaal een aantal vliegende proteïne shots gehad terwijl we omringd werden door groene bergen, zover we konden kijken.
Waar we zouden overnachten was nog niet duidelijk, ergens bij een riviertje zodat de paarden konden drinken en in de buurt van een familie met Gers zodat wij onderdak hadden. Schijnbaar zouden we een tent bij hebben, maar die was niet ingepakt, slapen onder de sterren vonden wij ook een prima optie.
Tegen het einde van de middag konden we af stappen, de paarden laten drinken, in de schaduw neer zetten en wij met blote voeten de ijskoude rivier in, heerlijk!
De jongste broer ging naar een familie in de buurt op mijn paard, zo mooi om te zien hoe natuurlijk die mensen die paarden berijden. Hij ging er als een speer vandoor, Nyamtaivan zei dat mijn paard het hardst kon rennen, hij ging bij de buren vragen of hij de satelliet telefoon mocht gebruiken om zijn vader te bellen, zodat deze een tent kon regelen. Wij hebben uitgerust, gepicknickt en zitten kletsen. Na een hele tijd kwam de jongste broer terug, hij had zijn vader niet kunnen bereiken. No worries, slapen we toch gewoon buiten, ik was al hout gaan sprokkelen voor een kampvuur. We hebben ook een poging gedaan om te zwemmen maar we hielden het daarbij, veel te koud water. We hadden besloten om daar het eten klaar te maken en langzaam ging het een beetje schemeren, eindelijk waren we verlost van de vliegen!
We hadden ook al gedroogde poep verzameld om vuurtjes van te maken maar dat had niet veel geholpen.
We hebben een heerlijk relaxte middag gehad met wachten op een tent die nooit kwam en de twee broers hebben ons (de mannen) geleerd hoe het worstelen tijdens het nadaam festival er aan toe gaat, dat gaan we binnenkort in het echt ook nog zien.
Na het eten hoorden we dat we toch ergens binnen konden slapen in een Ger van een familie in de buurt. De twee broers bleven buiten bij de paarden en wij sliepen samen met Nyamtaivan in de Ger. Er waren maar twee bedden, Jan en ik hebben op de grond geslapen wat nog beter lag dan die houten bedden.
De volgende dag minder spierpijn dan verwacht, fijn :) ik kon vanaf de grond onder het doek van de Ger doorkijken en keek zo tegen een grazende stier aan, heerlijk, de volgende stap buiten de deur was gelijk een tegenvaller, VLIEGEN met nog meer familie, een soort kevertjes die met hun haakpootjes overal aan vast bleven zitten, het liefst in je haren. Zo erg zelfs dat Nyamtaivan gillend de Ger in vluchtte… we hebben met capuchons op water gekookt uit de rivier zodat we overdag drinkwater zouden hebben en toen zijn we razendsnel gaan inpakken en naar de paarden gegaan. Die kevertjes waren alleen bij die Ger in zo’n grote getale aanwezig omdat ze leefden in aanwezigheid van hun kudde koeien die overal liepen en poepten, die kevertjes kwamen uit die poep…hmmm
Die dag zou het Engelse stelletje terug gaan naar Ulaanbaatar, zij werden opgehaald om met de paarden terug te gaan, wij gingen verder met de koeienkar en twee begeleiders, wat een luxe!
Gelukkig wisten we niet (vooral Jan niet) hoe zwaar deze tocht zou worden, het was ontzettend heet, veel vliegen en tot de volgende slaap plek zou het 42 km zijn…Het was wel een hele mooie tocht, die dag zijn we niemand anders tegen gekomen, onvoorstelbaar hoe groot dit land is. Ik blijf me maar af vragen hoe zwaar het is om hier in de winter te moeten overleven. We zijn een paar keer gestopt om de paarden te laten drinken, zelf wat te eten en onze benen te strekken. Na de lunch met noedels reden we door een veld met bloemen, zo ver je kon kijken, ik kan het niet in een stukje tekst stoppen maar het was super mooi. De platte kar met koe was al een stukje voor ons uit en de natuur ging over in dennenbomen en heel hoog gras, we liepen ik een dal, toen we ineens de jongste broer zagen lopen. We kregen te horen dat de kar kapot was gegaan en dat die een stukje verder op stond. Hij was op zoek naar een onderdeel wat er af was gevallen, of we even mee wilden zoeken?
Zo iets kan alleen maar hier dacht ik, super moe en stijf, overal nog steeds die k*tvliegen, in de hitte op je gemakje het hoge gras uitpluizen naar een boutje, anders konden we niet verder.. je begrijpt misschien, ik moest heel even stoom afblazen! tot tien tellen en toen kon ik weer lachen. De kar stond nog aan de koe, die werd eerst maar even verlost, alle spullen van de kar gesjouwd en de kar met z’n vieren op de kant geduwd. Er was een bout vanaf en een wiel lager. Die gingen we “eventjes” terug vinden haha en het mooie was dat we dat nog deden ook! Thee gedronken op de overwinning, alles weer op de kar en hoppa weer op het paard. Dat ging iets minder makkelijk, auw, zere billen en kuiten van het touw wat er langs schuurde. Hier gebruiken ze geen leren riemen voor de stijgbeugels maar touw, zielig voor het paard want de buikriem is ook van hetzelfde en zielig voor diegene die er op zit, zonder laarzen, met blauw geschuurde kuiten als gevolg. Pff dit laatste stuk was echt afzien Jan raakte steeds meer achter op maar zowel onze Mongoolse vrienden als ik lieten het maar zo. Van een afstand straalde Jan een donderwolk uit, ik hoopte dat hij mij nog ging vergeven dat we vrijwillig deze tour geboekt hadden. Ik hoorde achter mij dat er allerlei verwensingen werden gedaan en heb toen m’n paardje aangespoord om bij de voorste twee te gaan lopen, ik liet hem voorlopig maar even met rust.
We moesten aan het einde van de vallei een rivier over steken en toen kwamen we bij en super mooie kampeerplek uit, naast de rivier met niemand om ons heen. Het moment dat ik van dat paard af mocht stappen, alsof je een ijskoud biertje open maakt, ahhh, alle pijn meteen vergeten. Vooral na een ijskoude plons in de rivier.
Die avond zou de vader van de broers een tentje komen brengen en in afwachting daar van gingen we Nyamtaivan mee helpen om het eten voor te bereiden en hout sprokkelen, de broers zorgden voor de dieren. We hebben Nyamtaivan verteld over gepofte aardappelen en Jan had er meteen een paar tussen de kooltjes gelegd, lekker!
Net voor het donker, werd ons tentje gebracht en had hij nog wat lekkers mee genomen voor iedereen. Gefrituurde dumplings, ik had er in een opwelling eentje aangenomen maar na de eerste hap had ik spijt. Dit smaakte heel vies, alles heb ik ongekauwd doorgeslikt, één blik op Jan en hij had last van hetzelfde probleem. Ik nam me voor de volgende keer echt te weigeren, dan maar onbeleefd zijn.
Die nacht hebben we met z’n drieën in het tentje geslapen, twee slaapzakken op de grond, als “bed” en we hebben geslapen als een blok.
Na al weer een stevig ontbijt, spaghetti, waren we klaar voor de laatste dag paardrijden, vandaag zou het een kort ritje worden van 10 km, jammer ik begon er net in te komen ;)
Het was wel lekker om rustig te rijden, ondertussen kreeg ik Mongoolse les en de oudste broer Engels. Toen we terug waren bij de familie van de broers hebben Nyamtaivan en ik nog wat op en neer gedraafd met de paarden, terwijl Jan even een tukkie deed. We zouden ergens in de middag worden opgehaald maar ondertussen kenden we dit “Mongools half uurtje” en bereiden we ons voor op lang wachten. We kregen thee en koekjes aangeboden, dit kende we al en durfde we aan te nemen. Nyamtaivan bleef ondertussen vragen wat we van het eten van gisteren vonden, de kushuur. Ik zei dat ik moest wennen aan de smaak van het vlees (ik kon moeilijk zeggen, dat ik hoopte zo iets niet meer te hoeven eten) ze zei poeslief en lachend, dat alle toeristen moesten wennen als ze schaaporganen en bloed te eten kregen…wat!!?? Gatverdamme!
Nadat we het haar hadden vergeven dat ze ons stiekem organen had gevoerd, hebben we om de tijd te doden samen met de broers een potje basketbal gespeeld, rondjes gelopen, foto’s gemaakt, gewacht en gewacht… ergens in de middag zouden we worden opgehaald maar het Mongools “half uurtje” werd ergens rond half zeven in de avond. Ons geduld was weer op de proef gesteld en het zou niet de eerste keer zijn! Na een paar uur met de auto rijden waren we weer terug in Ulaanbaatar, terug in drukte, uitlaatgassen en toeterende auto’s maar ook bij het hostel met een douche!

En nu Jan weer:

Ulaanbataar
Wow wow wow, wat een stad. Ik voel me thuis vanaf seconde ėėn. We stapten het station uit, om te ontdekken dat de screenshots met looproute naar ons hostel op mijn telefoon stonden…en bleek die nu juist leeg te zijn. Achja. Gewoon meelopen met de Duitse naar zijn hostel dan, vragen we het daar wel. Die beste man wist waar het was, gaf ons nog een waarschuwing voor ‘slechte buurt' (wat een onzin) en liet ons het hele stuk terug lopen. Uiteindelijk vonden we het gelukkig…jammer genoeg was mijn knie dermate gaan pijn doen dat ik niet meer bepaald soepel voort hobbelde. Morgen maar eens een bezoekje brengen aan de apotheek, voor ‘some horse middel'. Hebben ze hier vast wel.
Na een powernap hebben we de hele dag rondgelopen door de stad, allerlei plekjes bezoeken. In de avond zijn we met een groep van de treinreis gaan eten bij een Indiaas restaurant. Super gezellig! Morgen naar de grote ganban monastry, maar nu eerst slapen in onze super luxe twee persoonsbed in het hostel.
De dag erna stonden we vroeg op. Blijkbaar was dat niet genoeg, want ons ontbijt was al gevlogen in het hostel. Niet erg overigens, we zoeken wel een bakkertje op. Na een korte stop bij de farmacie, lopen we door naar de monastry. Je proeft de rust op het complex. Ik werd zelf ook van binnen rustig. Minder praten, minder in mijn hoofd…lekker hier en nu genieten van de tempels. Als we aankomen bij een van de grotere tempels horen we gezang in mantra-vorm. We durven niet binnen te lopen maar kijken vanaf buiten de openstaande deur naar binnen. Er zit een grote groep kindermonniken te zingen, samen met een oude monnik. Klinkt indrukwekkend, bijna hypnotiserend. Constant herhalen van hun mantra. Ik sta daar 10 minuten in volledige stilte van te genieten. Noem het toeval, maar later blijkt dat precies in deze tijdsperiode mijn opa is heengegaan. Rekening houdend met het tijdsverschil natuurlijk.
Na 3 uur rondlopen en vol indruk kijkend naar de gebouwen beelden en mensen, besluiten we ons verlaat ontbijt maar eens te gaan eten. Een mongolisch ontbijt wordt het…noodle soep met groente, aardappel en vlees. En gefrituurde dumplings. We willen nog 2 porties bestellen, maar als we de porties voorbij zien komen, schalen we dat af naar 1 portie.
Het eten is….bijzonder. Vlees betekent letterlijk ‘vlees’. Kan dus overal vandaan komen. Inclusief zwiebels, orgaan, whatever. Het is vlees. De penetrante smaak blijft de hele dag in mijn mond hangen. Moet je voorstellen hoe Rianne, die al kokhalst bij een stukje zwiebel op de kipfilet, het heeft gevonden. Maargoed, we hebben het geprobeerd!
We besluiten om nog eventjes naar de ambassade van Kazachstan te lopen. Misschien weten zij iets meer over onze doortocht naar hun land. De ambassade ligt volgens de Bradt Guide aan de buitenring. Best een eind lopen, maarja we hebben nog zeeën van tijd. We kunnen het niet vinden, twijfelen aan onszelf en vragen keer op keer aan voorbijgangers of zij het weten. Iedere keer worden we mega vriendelijk geholpen. Met gebarentaal komen we weer verder…maar weer geen ambassade. Het is inmiddels al een wandeltocht van 3 uur geworden, we lopen in een buitenwijk, en mijn wederhelft begint verschijnselen te vertonen van een mentale breakdown. Maar not me….ik hobbel lekker verder: zo krijgen we in ieder geval iets van de echte stad en de inwoners te zien. De achtste persoon die we om de richting vragen is mega behulpzaam. Ze kan goed Engels en besluit voor ons de ambassade te bellen. Wat blijkt? De bradt guide had het verkeerde adres gegeven…het was aan de andere kant van de stad!!! Arghhh! Gelukkig wist de vrouw ons ook gelijk aan een taxi te helpen die ons voor een eerlijke prijs (lees: je wordt hier snel afgezet) wel naar de ambassade wilde brengen.
45 minuten later waren we er dan eindelijk. Voordat ik verder ga nog even iets over het verkeer hier in UB (zo noemen ze hier Ulaanbaatar)…het is bende. De files in het centrum zijn enourmous, de hele stad hangt half in een smog. Iedereen toetert de hele dag door, alsof Turkije eindelijk weer eens een wedstrijd heeft gewonnen. En het is het land/de stad van de Toyota Prius. Alle auto’s worden geïmporteerd uit Japan blijkbaar..en dan vooral priussen. Niet dat ze hier iets doen met de hybride aandrijving hoor, totaal niet. Maar de Prius is een statussymbool hier. Verder alleen maar andere Jappen, en als het geen auto uit Japan is, dan plakken ze er wel een logo van Toyota op. Ik heb hier wel 50 verschillende exotische, maar niet bestaande, Toyota’s gezien haha. Wat een stad, wat een verkeer. Ik kan hier echt oprecht van genieten (en als Logisticus met grote uitpuilende ogen mezelf verbazen).
Terug naar de ambassade. Officiëel was hij nog niet open (pas na 16.30), maar ze lieten ons er direct in. Attent volk hoor, die Kazachstanen! De vrouw wist ons te vertellen dat de overtocht van Mongolië naar Kazachstan mogelijk was via Olgii, maar dat het best pittig kon zijn een nieuw Russisch visum te krijgen. Vliegen kon niet direct helaas, ook niet vanuit Ulaanbaatar. Turikish Airways vloog naar Kirgizstan. Naar Bisjkek, maar dat was nog steeds niet waar we heen wilden helaas. Enigszins gedesillusioneerd liepen we terug naar ons hostel. We twijfelden nog om langs te Russische ambassade te lopen, maar die konden we (ook) niet vinden. Hmmm, wordt een echte uitdaging dus.
Bijna thuis aangekomen krijg ik het geniale idee om de kaart er eens bij te pakken. Waar ligt Bisjkek ergens in Kirgizstan? En hoe zit het met de visumeisen? Hoppa, direct internet op om te inspector gadgetten! Een visum blijkt niet nodig, Bisjkek ligt tegen de grens van Kazachstan, en de tickets zijn nog betaalbaar ook! We besluiten er een nachtje over te slapen, maar de ochtend erna zijn we het er allebei mee eens: Boeken die tickets! Klein detail is dat de prijs dan inmiddels al bijna 100 dollar is verhoogd. Maargoed, we gaan naar Kirgizstan voor 5 dagen, om daar de oversteek naar Kazachstan te maken!! (Note: Ten tijden van het schrijven van dit stukje is de prijs van de tickets al 1000(!) Dollar gestegen…goed dat we dus optijd hebben geboekt).
In de avond nog gezellig Koreaans gegeten met onze Oostenrijkse vrienden uit de trein. Het zou fijn zijn als die zotte Koreanen zouden vertellen een gerecht bedoeld is om met de hele tafel van te eten. Wij waren zo slim om per persoon een gerecht te bestellen. Met als gevolg dat ik een hele braised Chili Kip naar binnen mocht werken. En de pepertjes op het plaatje waren 100% gerechtvaardigd. Ik heb nog aardig wat afterburners gehad. Maar het was heerlijk!! Mijn buurman, de vriend van Katy (het Oostenrijkse meisje), had blijkbaar gemist dat er Chili in zat…je had zijn gezicht moeten zien haha. De eerste 20 minuten kwam hij niet verder met voorzichtig prikken in zijn kip, terwijl ik vakkundig de kip volledig soldaat maakte. Navraag bleek dat hij inderdaad niet zo van heet eten hield. Beetje erg veel pech voor hem dus.
Na ons nachtelijke dutje is dag 3 aangebroken. Tijd voor het Nationaal museum! Mega indrukwekkend om te zien hoeveel er in perfecte conditie bewaard is gebleven. Zullen de ijskoude winters wel zijn (tot -50 graden!!). En daarnaast de geschiedenis van het land te zien...Alles valt op zijn plek. Pas in 1992 is privaat bezit toegestaan, de hele stad is dus 1 groot ontwikkel project doordronken van volledige vrijheid. Ik leg het misschien iets vreemd uit, maar Mongolië heeft iets bijzonders op het gebied van ontwikkeling. Je ruikt, proeft en ziet hier de kansen, een soort ondernemerswalhalla. Als we over 20 jaar terugkomen herkennen we waarschijnlijk het hele land niet meer terug. Mits er juiste strategische beslissingen worden genomen natuurlijk, zeker op logistiek gebied. Ik zou me bijna willen aanbieden als logistiek consultant aan de regering. Wat zou dat gaaf zijn zeg!
Na het museum een middagje rust genomen…of ja, een paar uurtjes. Want de dagen vliegen voorbij hier in Mongolië. Time is a virtue. Wel nog even tussendoor besloten dat we een vierdaagse horse riding tour gingen doen. Spannend hoor, paardrijden. Veel dichterbij als gerookt paardenrookvlees ben ik eigenlijk niet gekomen in mijn leven tot nu toe. Ja, en de paardenkrachten in mijn motor (die ik overigens best mis)…maar dat is een ander verhaal.
In de avond een ontdekking gedaan wat betreft eten: de Broadway. Betaalbaar en super goed! De 2 reizigers uit de eerste trein waren toevallig ook net aangekomen in Ulaanbaatar…die schoven gezellig aan! Beetje jammer dat ze zichtbaar dronken waren. Er was eigenlijk niet echt meer een gesprek mogelijk en na een paar jammere stiltes besloten we huiswaarts te keren.
Dag 4 is al snel aangebroken. De ochtendstond heeft goud (en smog) in de mond…Morgen vertrekken we al op de paardentour. Eerst nog maar eens een museum in, dit keer het museum voor historical Art. Wederom een mega verassing! Er waren 14 zalen. Ik liep al snel 8 zaken voor op Rianne (mijn spanningsboog is ‘iets’ korter).l, tot het moment dat we de zaal in kwamen vol met boeddhistische beelden. WOW. Elk beeld had zijn eigen verhaal, en dankzij onze eigen digitale gids (koptelefoon) konden we de tijd nemen deze verhalen tot ons te nemen. En te kijken, lang en veel te kijken. Ineens kwam Rianne me inhalen. Blijkbaar heb ik bij alles wat te maken heeft met het boeddhisme ineens wel een enorme spanningsboog. Daarna lekker door de stad lopen. Een winkelcentrum in, bakje koffie drinken. Op zijn elf en dertigst (nieuw spreekwoord geleerd) kwamen we om half 7 aan bij het hostel. We waren van plan om aan de noodles te gaan, maar de Ierse pub tegenover ons riep ons toe. Pick me, pick me! En dus gingen we daarheen voor een heerlijke icekoude Tiger. 1tje was genoeg voor mij overigens. Die voelde ik na een hete dag aardig binnenkomen. Toch maar een hapje gegeten daar, weer een aanrader. Stiekem ben ik best een Bourgondiër geloof ik.
Voldaan naar bed, morgen moeten we vroeg op om te gaan paardrijden!!

Horse riding trip
Ik ben totaal het dag gevoel kwijt. Geen idee meer wanneer en hoe laat we leven. Dat zal straks op het paard alleen maar meer worden schat ik in.
Om stipt 8 uur zitten we klaar beneden. Kennis maken met het meisje dat de trip had geïnitieerd. Het bleek een Nederlands meisje te zijn, die die nacht pas aan was gekomen uit China. Kort nachtje dus. Er bleken nog 2 mensen mee te gaan, een stelletje uit Londen. Maar net voordat we vertrokken bleek het Nederlandse meisje zich niet lekker te voelen. Ze besloot niet mee te gaan, want op een paard kun je moeilijk beter worden. Om 9 uur komt ons off-road busje (Mitsubishi HighAir, voor de kenners) ons oppikken. Inclusief onze gids, een jong meisje die we NT mogen noemen. Als in: En Tee. Best te doen, haar echte naam is totaal onuitspreekbaar haha. We rijden, met enige vertraging zoals we inmiddels volledig gewend zijn, weg en nemen een omweg via het treinticketstation. De twee anderen blijken niet de hele trip mee te gaan, ze moeten op dag 4 de trein pakken en verlaten ons dus een dagje eerder.
De eerste dag blijkt nog zonder paarden te zijn. We bezoeken wederom een monastry (I like), een tempelberg en het gigantische ijzeren statue van Kahn. Giggis Kaahn wel te verstaan. We lunchen langs de weg op een offroad terrein (dat is overigens alles hier, slecht een paar % van de wegen zijn ‘paved’ (ofwel: verhard)). Begin van de avond beginnen we aan onze eerste echte off-road trail. De familie van de paarden, waar we onze eerste nacht zullen doorbrengen in een Ger (lees: Girrrrr) woont in het natuurreservaat. En om daar te komen moeten we met de auto dwars door rivieren, modderpoels en andere onmogelijke paden. Maar we komen aan, heel. Met een klein stopje midden in de rivier toen we vast kwamen te zitten haha.
We krijgen zelfgebakken broodkoekjes met verse koeroom-drerrie (best lekker) en thee-melk-zout oplossing. Noemen ze hier thee. Beleefd drink ik het weg. ’S Avonds eten we samen pasta en duik ik in mijn veel te kleine bed in de Ger. Lekker dromen over paarden. De ochtend erna moeten we om 9 uur klaarstaan voor het ontbijt. Dat de wekker van onze guide afgaat om een uurtje of 5, zorgt voor een vroeg einde van mijn nachtrust. Maar ik ben er stiekem wel blij mee. Dubbel gevouwen liggen in een bedje beviel me niet zo.
Als Rianne en ik om 9 uur stipt klaar zitten zijn we de enige. We moeten blijkbaar nog steeds wennen aan het mongolisch half uurtje haha. Onze medereisgenoten, en dan met name de man (genaamd Ian), ligt nog voor Pampus en weigert ook maar één vinger uit te steken om te helpen. Lekker dan. Wij helpen mee om het ontbijt verder klaar te zetten. NT heeft rijstepap gemaakt..Jimmy! Dat de smaak van de zoute melkthee er nog doorheen hangt deert me niet.
Om half 10 zouden we vertrekken, maar ook dat blijkt een erg optimistische schatting. Maak er maar 11.30 van. Eerst moet de koe nog gespannen worden voor onze bagagekar, maar dan gaan we ook echt gelijk op de paarden! De eerste meters hobbel ik een beetje vooruit. Valt mee denk ik, voelt wel ontspannen. Dat gevoel had ik de hele tour moeten houden, maar helaas.

Nu mag ik los over paardrijden. Laat ik het zo zeggen: De trip was geweldig, prachtige uitzichten, super mensen. Eten was lekker (al is Mongolisch eten niet mijn favoriet), het weer was uit een boekje. Proteïne shots (aka vliegen) in mega overvloed. Tot dusver super dus. Maar man man man, wat heb ik toch een stronthekel aan paardrijden. Dat paard luisterde niet naar mij, ik gaf het dus niet duidelijk aan. Ik had het grootste paard, maar nog was hij blijkbaar te klein. Het zadel was verschrikkelijk en de beugels voor mijn voeten te kort. Ik ging kapot van de spierpijn in mijn knieën, benen, kont en liezen. Het was afzien, terwijl ik van binnen steeds meer aan het koken was, me afvragend waarom ik me hierin heb laten praten. Ik heb momenten gehad dat ik het liefst direct op het vliegtuig wilde stappen terug naar huis. Ik heb gezweet van woede, frustratie en pijn. In gedachte iedereen vreselijke dingen toegewenst (die in natuurlijk niet echt meende), en gezucht alsof ik bij de longarts een flink onderzoek onderging. Ik kan er eindeloos veel woorden aan wijden, maar dat doe ik niet: paardrijden is niks van mij.
Wel leuk overigens dat ik, zodra ik van het paard stapte, weer kon lachen, communiceren en mezelf rustig voelde. Zo heb ik onlangs mijn gruwelijke hekel aan het rijden toch een super tour gehad. Nog een klein dingetje en dan hou ik op over het rijden: Een paard in draf staat gelijk aan met zijn tweeën op een reuze trampoline en dan precies neerkomen als de ander net omhoog gaat. Een soort dreun, maar dan in hoog tempo. Verschrikkelijk. Ben je alleen bezig met evenwicht houden. Doe mij maar gewoon mijn 92 pk’s van mijn eigen motor. Die bokt wat, maar dat is meer karakter.
Terug naar de Tour. De eerste dag hebben we ongeveer 20km gereden, dag 2 bijna 42. En we hebben pech gehad met onze koe-wagen. Spontaan liep het wiel eraf. Best grappig, mochten we de onderdelen (de bouten en de lagers) gaan zoeken op de weg terug. En toen we deze wonder boven wonder hadden gevonden, was het gereedschap verdwenen. Wat een grap! Maargoed, het was niet zo dat we iets beters te doen hadden, en ik was blij van mijn paard af te zijn for a minute. Nadat we de kar alsnog weer hadden gefixed (lees: onze vrienden uit Mongolië), konden we verder. In de late avond werd onze tent nog gebracht met een motor. Ik dook even onder in de ijskoude rivier om mijn frustratie van me af te wassen, toen de bezorger van de tent (die ook de eigenaar van de paarden was) ons een heerlijke verse dumpling aanbood. Jimmy! Na de eerste hap wist ik meteen: niet proeven en beleefd slikken. Wat was dat verschrikkelijk smerig zeg. Nu ik erover schrijf krijg ik spontaan weer diarree en overgeefneigingen. Man man man niet te beschrijven on woorden. Ighhhrrr. Er bleken schapen organen en bloed in de zitten. Mega verse, dat wel. Een soort delicatesse hier blijkbaar. Maar voor mij een trauma. En aan Rianne haar blik te zien na haar eerste hap, was het voor haar nog erger. But….we still survived! We got knocked Down, but we got up again!
Dag 4 was lekker ontspannen. We reden in de ochtend nog een kilometer 10…ik begon zelfs te wennen aan mijn paard. Niet doorvertellen he, voor je het weet praat Rianne me nog om voor nog een tochtje. And that is not going to happen. Ik blijf het voortaan houden bij mijn eerdere ervaringen met paard…voor de mensen die hebben opgelet weten wat ik daarmee bedoel. Zonder rook geen paard. Voor de paardenliefhebbers: ik heb mijn paard wel geknuffeld hoor. En schouderklopjes gegeven. Hij was heel blij met mij. Toen we rond een uurtje of 2 aankwamen bij het gezin waarvandaan we waren vertrokken drie dagen eerder, stonden de koekjes en verse koe-room al klaar. De taxidriver zou ons ergens ophalen rond een uurtje of 4/half 5. Mongolische tijd haha. Dat hij pas om 21.30 kwam verraste ons dus totaal niet. Gelukkig hebben we ons erg goed vermaakt met onze guide. NT, geweldig mens. Om 23.15 kwamen we eindelijk aan in ons hostel in Ulaanbaatar. Veel meer dan geeuwen, tandenpoetsen en slapen zat niet meer in het vat. Morgen halen we ons avondeten wel in.
The day after tommorow gaan we weer trippen hebben we besloten…ditmaal on our own. 11 daagjes, want daarna vliegen we naar Kirgizstan!

Foto’s

3 Reacties

  1. Maxim:
    22 juli 2016
    Hey Rianne en Janneman,
    Super gaaf om dit zo te lezen! Jan probeer jij nou net te doen alsof jij niet wist dat jij een Bourgondiër bent? Het is leuk om over jullie ervaringen te lezen, vooral omdat het ook op de manier geschreven is zoals ik jullie ken! Ik zou jullie graag uitnodigen voor fatsoenlijke dumplings, het kraampje verderop in mijn straat maakt geweldige (not kidding)! Hele fijne tijd nog en hopelijk heb ik snel weer leesplezier!
  2. Petra:
    24 juli 2016
    Wow. Wat een verhalen! Fiona werkt ongeveer twee uur als ze gaat poetsen op haar kantoor in Biest-Houtakker, en ze ging toen ik ging lezen en ze komt nu net binnen! Hele boeiende verhalen. Wat een mega reis en wat een ervaringen. En Jan als je paard draaft is het de bedoeling dat je omhooggaand in plaats van mee klotst ik heb echt medelijden met dat paardje van jou Gekregen. En ook wel een heel klein beetje medelijden met jou! Lief Toch
  3. Charlotte:
    27 juli 2016
    Hallo hallo weer, wat een opnieuw heeeeeeeeeeeeeeerlijke verhalen! Stiekem had ik wel als een ongeziene metgezel mee willen zijn gegaan! Dat is alleen niet zo romantisch voor jullie haha. Nu moet ik zeggen dat me die paardentrektocht sowieso niet heel romantisch in de oren klinkt, maar toch! Super gaaf! En al die momentjes, theetje, rare noedels, vreemd eten, bloed bleh.. vliegen! WAAH ik zou ook helemaal gestoord worden van al die vliegen, helemaal als ze in je mond en neus komen!!! Respect! Lijkt me heerlijk die landschappen, lange tijd niemand tegenkomen en eens even alles in je opnemen. Klinkt heerlijk! Ook wel weer spannend he dat geregel tijdens je reis betreft het oversteken van landen en terugkomen en regelen van visa. Maar ook wel weer een leuke uitdaging, want ja, je moet iets! Ik wens jullie opnieuw nog heel heel veel plezier en ben zeer benieuwd naar het volgende verhaal!! Liefs en knuffels!! XXXXXX